Bij aardgas in Nederland wordt vaak direct de link gelegd met de gasbel van Slochteren, ook wel het Groningen-gasveld genoemd. Hoewel dit inderdaad het grootste gasveld van Nederland (en West-Europa) is, wordt er op veel meer plekken in Nederland gas gewonnen. Nu er in 2022 geen gas meer gewonnen gaat worden uit het Groningen-gasveld, wordt gezegd dat de Nederlandse gaskraan dicht gaat. Echter is dit helemaal niet het geval. Er zijn verschillende andere gasvelden waar nog volop gas gewonnen wordt: allemaal dankzij het kleine-velden-beleid.

Door: Monique Zuidema

De zoektocht naar Nederlands gas

Het eerste gas in Nederland werd in 1948 in Coevorden gevonden. Dit maakte dat de gemeente Coevorden als eerste gemeente van Nederland in 1952 op aardgas werd aangesloten. In heel Nederland werd verder gezocht naar olie en gas en in 1952 werd er voor het eerst gezocht in de provincie Groningen bij Haren. Hoewel het de diepste meting tot dan toe was, werden er geen fossiele brandstoffen aangetroffen. Er werd door gezocht en in 1955 werd er bij een proefboring in Ten Boer voor het eerst aardgas in Groningen aangeboord.

De Suez-crisis maakte dat de exploratie-activiteiten grotendeels werd stopgezet, omdat verwacht werd dat deze crisis  tot een olietekort in West-Europa zou leiden. De NAM had er dus baat bij om zich te richten op olie. In 1959 werd bij Kolham economisch winbare aardgas gevonden. De eerste schattingen waren dat er ruim 300 miljard m3 gas in de Groningse bodem zat. Inmiddels ligt de schatting op 2700 miljard m3 winbaar gas.

Het Gronigen-gasveld was makkelijk te winnen en de kwaliteit was uitstekend. Hierdoor was het voor de NAM een economisch voordelig gasveld. Bovendien was er een enorme gasvoorraad en was de NAM door de overeenkomst met de Staat verzekerd van afzet. Deze gunstige omstandigheden vormden dan ook het startsein voor verdere exploratie van de Nederlandse bodem. De kosten van deze exploratie-activiteiten lagen echter enorm hoog: als er geen winbare brandstoffen werden gevonden, vormden de proefboringen een enorme strop. Vooral de boringen in de Waddenzee en de Noordzee waren enorm kostbare operaties, die lang niet altijd succesvol waren. Het Groningen-gasveld bleef daarom het belangrijkste gasveld in Nederland.

Verstandig met energie

De oliecrisis van 1973 bracht hier echter op twee manieren verandering in. In Nederland was voor het eerste sinds de Tweede Wereldoorlog weer sprake van schaarste, of zoals achteraf bleek, een gevoel van schaarste. De NAM en de overheid wilden in de jaren zestig het gas zo snel mogelijk uit de grond halen en tegen een zo’n gunstig mogelijke prijs verkopen. Vanaf de jaren zeventig ontstond echter het idee dat het Groningen-gasveld niet zo snel mogelijk leeg moest zijn.  Het zou verstandig ingezet moeten worden en vooral gaan dienen als een reserve.

Energie-campagne uit de jaren 1970, ©Delpher

De export van het gas werd weer beperkt en de overheid startte in 1973 een campagne ‘Zuinig met Energie’. De bevolking werd opgeroepen om bewuster om te gaan met energie: korter douchen, huizen laten isoleren en de verwarming uit doen als er niemand thuis was. De aanpak werkte, vanaf 1974 nam de stijging van het gasgebruik af en in 1979 was er voor het eerst een daling in het binnenlands gasgebruik. 

Het zogenaamde kleine-velden-beleid

Niet alleen de consumenten moesten bijdragen aan het verminderen van de schaarste. Binnen het gasgebouw werd er gekozen om het zogenaamde ‘kleine-velden-beleid’ in te voeren. Om het Groningen-gasveld te ontzien kreeg het gas uit de kleinere velden voorrang op het Gronings gas. Het aandeel Groningen-gas daalde in de jaren zeventig door dit beleid.

Doordat de gasprijs enorm hoog was ten gevolge van de oliecrisis, ontvingen de oliebedrijven ook enorme winsten voor de gaswinning. Deze hoge gasprijzen en het kleine velden beleid zorgden ervoor dat er meer geld beschikbaar was voor verdere exploratie van Nederland. Het kleine velden beleid werd een succes: er werd nog eens een gasvoorraad ter grootte van de helft van het Groningen-gasveld gevonden.

Gaswinning vs. de Wadden

Poster tegen gaswinning op Ameland, Waddenvereniging, ©Delpher

Een groot deel van deze nieuwe gasvelden werden echter niet op het vasteland gevonden. De Noordzee en ook de Waddenzee bleken grote voorraden gas te herbergen, die de NAM maar al te graag wilden oppompen. Hoewel de NAM reeds in 1969 de concessie Noord-Friesland had verkregen, zou het nog tot 2006 duren voordat de NAM alle 32 benodigde vergunningen binnen had voor het boren op de Waddenzee.

De gaswinning riep enorm verzet op. Verschillende milieuverenigingen, zoals de Waddenvereniging en Natuurmonumenten, begonnen protestacties om de gaswinning tegen te gaan. Zij waren bang dat de gaswinning het kwetsbare ecosysteem van de Wadden zou aantasten. Met aansprekende leuzen als ‘Gas boren, Wad verloren’ lukte het de tegenstanders om de publieke opinie te beïnvloeden.

“Gas boren, Wad verloren” – Waddenvereniging

Hoewel de Staat pro-gaswinning was, zij kreeg immers een groot aandeel van de winst, lukte het niet om de gaswinning snel rond te krijgen. Het bleef touwtrekken tussen de NAM en de milieubewegingen. Na jarenlang procederen lukt het de NAM in 2006 dan uiteindelijk om alles rond te krijgen en mochten ze gaan boren. Het resultaat van het jarenlange getouwtrek was een integraal Waddenbeleid met voorrang voor de natuur.

Kleine, en op zee gelegen gasvelden worden belangrijker

Mede door de beperkingen die het Groningen-gasveld zijn opgelegd wegens de aardbevingsproblematiek daalde het aandeel Groningen-gas de afgelopen jaren en werden de kleine velden en de velden op het continentaal plat belangrijker. In 2018 bestond de totale gaswinning voor bijna 54% uit het Groningen-gasveld, 14,5% uit de kleine velden en voor bijna 32% van het continentaal plat.

Hoewel het Groningen-gasveld dus nog steeds een belangrijke leverancier is van het Nederlandse aardgas, worden de kleinere velden steeds belangrijker om Nederland te voorzien van aardgas. Het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen betekent dus zeker niet het dichtdraaien van de gaskraan in Nederland; er blijft op andere plaatsen volop gas geproduceerd worden.


Over de auteur: Monique Zuidema is een studente Geschiedenis en is geïnteresseerd in de geschiedenis van de Nederlandse gaswinning en de manier(en) waarop deze geschiedenis verteld wordt.

kopfoto: een Gasunie paaltje in het Groningse Westerlee (2020), ©Wikimedia Commons

Verder lezen:

Margreet Brandsma,  Heleen Ekker, Reinalda Start en Henk Veenstra. De gaskolonie: van nationale bodemschat tot Groningse tragedie. Groningen: Uitgeverij Passage, 2016.

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, ‘Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, jaarverslag 2018

Joep Schenk & Petra Timmer. Groningen-gasveld vijftig jaar: kloppend hart van de Nederlandse gasvoorziening. Amsterdam: Boom, 2009.

Andere Tijden, NAM weet sinds 1963 van bodemverzakkingen in Groningen, 18-02-2015.

Robert L. Kovach, ‘Source mechanisms for Wilmington Oil Field, California, subsidence earthquakes’ Bulletin of the Seismological Society of America (1974) 63 (3-1): 699-711.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: